Twintig jarige rooklobby toch nog effectief
05-01-2011 om 20:24 uurTwintig jaar effectief tegen rookverboden
Het rookverbod lijkt voorbij. In de helft van de kroegen en discotheken wordt weer volop gerookt. Op 19 januari debatteert de Tweede Kamer nog over de Tabakswet, maar de lobby leunt zorgeloos achterover. „Een gelopen race. We hoeven niks meer te doen.”
De rokers – 28 procent van de bevolking – hebben voorlopig gewonnen. „Het rookverbod lijkt voorbij. Dat is verschrikkelijk”, zegt Lies van Gennip, directeur van Stivoro, expertisecentrum voor tabakspreventie. Bij inspecties van de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit bleek dat er afgelopen najaar in 51 procent van de kroegen weer werd gerookt. Een paar maanden eerder was dat nog maar 28 procent. „Al direct na het regeerakkoord zag je het gebeuren, overal wordt weer gerookt”, zegt Van Gennip. „Ik weet zeker dat het percentage kroegen dat de regels aan zijn laars lapt, nu al weer veel hoger is dan bij de laatste meting.”
De tabaksindustrie heeft jarenlang met hulp van rokers de discussie over het roken in publieke ruimten beïnvloed. Het voorkomen van rookverboden in de horeca is altijd één van de belangrijkste speerpunten geweest: juist daar treft de sigarettenfabrikant de meeste van zijn nieuwe klanten.
Sinds de jaren negentig werken concurrenten in de tabakssector eendrachtig samen op het gebied van de lobby tegen overheidsmaatregelen, blijkt uit interne documenten die de fabrikanten na rechtszaken openbaar moesten maken.
In 1994 verhief marktleider Philip Morris het ’ontwikkelen en opzetten van organisaties van rokers’ in Europa officieel tot een bedrijfsstrategie, blijkt uit een document. Twee jaar eerder stak de maker van Marlboro al geld in de net opgerichte stichting Rokersbelangen.
In het strategisch plan voor de jaren 1994-1996 besloot Philip Morris destijds dat het bedrijf ook een Europese club van rokers zou opzetten om het EU-beleid te beïnvloeden. Die club kwam er ook, al was het geen blijvertje.
In 2004 richtten twee bestuursleden van de Nederlandse stichting Rokersbelangen een politieke partij voor rokers op. De ’partij tegen betutteling’, Respect.nu, deed mee aan de Europese verkiezingen van juni 2004. Maar het initiatief faalde jammerlijk. Anno 2011 ontkent één van de initiatiefnemers van destijds, ondernemer Ton Wurtz, dat de tabaksindustrie achter Respect.nu zat. „Ik heb er eigen geld in gestoken. De industrie heeft er niets mee te maken gehad.”
Met zijn club Rokersbelangen was dat anders. De Stichting Sigaretten Industrie, brancheorganisatie van fabrikanten, was en is vaste sponsor van de organisatie. Wurtz, sinds jaar en dag penningmeester én woordvoerder van Rokersbelangen, wil niet zeggen hoeveel geld de industrie jaarlijks in zijn organisatie pompt. „Ik wil de besprekingen over de subsidie voor het jaar 2011 niet in gevaar brengen.”
In 1994, twee jaar na de oprichting, werd Rokersbelangen door Philip Morris en de Stichting Sigaretten Industrie al bewust ingezet om te ageren tegen plannen van Koninklijke Horeca Nederland. De brancheorganisatie van de horeca wilde haar leden destijds In een nieuwe gedragscode oproepen tot het rookvrij maken van eetgelegenheden.
Een intern document van Philip Morris: „Die code is onaanvaardbaar. Wij hebben Rokersbelangen gevraagd om in de media duidelijk te maken hoe extreem de maatregelen van de horeca zijn.”
Het document werd rondgestuurd onder medewerkers van het Brusselse lobbykantoor van Philip Morris. Via de tabakslobby werd een vertrouwelijk concept van de horeca-gedragscode naar een journalist van de Telegraaf gelekt, die in de krant kritiek leverde op de code, blijkt uit het document.
Philip Morris trok ook aan de bel bij de Europese horecakoepel Hotrec, die jarenlang werd gesponsord door het bedrijf. Hotrec had eerder overigens sponsoring door de alcoholindustrie afgewezen, omdat de organisatie niet wilde worden gezien als een club die de alcoholconsumptie promoot.
Hotrec deelde aan Philip Morris mee dat Horeca Nederland om opheldering zou worden gevraagd over de gedragscode. Eén van de ontvangers van het Brusselse document was Laurentien Brinkhorst, tegenwoordig echtgenote van prins Constantijn. Zij werkte toen nog voor Philip Morris in Brussel mee aan de industrielobby om de risico’s van meeroken te bagatelliseren.
Ook later in de jaren negentig liep Philip Morris in Nederland voorop om de rokersbelangen in te zetten bij de lobby. In 1996 werd een plan opgesteld om samen met het bestuur van de stichting Rokersbelangen een reeks scherpe doelstellingen te formuleren. Er moesten ’prioriteiten met toegevoegde waarde worden gesteld’. In datzelfde jaar besloot Philip Morris ’de strategische alliantie’ met Koninklijk Horeca Nederland verder uit te bouwen, ’teneinde ze te kunnen mobiliseren als dat nodig is’.
De stichting Rokersbelangen is inmiddels bijna twintig jaar voor de Nederlandse tabaksindustrie een belangrijke partner in de lobby tegen overheidsingrijpen.
Rokersbelangen ging in de jaren negentig in tegen rookverboden in vliegtuigen en kreeg Martinair ooit zo ver dat het rookverbod werd opgeschort. De stichting ageerde toen ook tegen het rookverbod in het openbaar vervoer – overigens zonder resultaat. Het waren acties die voor een groot deel waren ingefluisterd, en in feite door de jaarlijkse subsidies werden gefinancierd door de sigarettenfabrikanten.
Rokersbelangen was de afgelopen jaren de bindende factor achter de actiegroep van kroegbazen ’Redt de Kleine Horeca’. In de zomer van 2009 onthulde NRC Handelsblad dat de tabaksindustrie het verzet tegen het rookverbod in de horeca strategisch, juridisch en financieel ondersteunde. Met geld van de tabaksindustrie zijn rechtszaken tegen de toenmalige minister Klink (volksgezondheid) gefinancierd.
De campagne voor de kleine horeca was één van de meest succesvolle, zegt ook penningmeester Ton Wurtz.
„Wij hebben geschiedenis geschreven nu de uitzondering voor de kleine horeca zelfs is opgenomen in het regeerakkoord. Ik maak mij geen zorgen over het Kamerdebat op 19 januari, als de Tabakswet op de agenda staat. Het is een gelopen race. Wij hoeven niets meer te doen. Wij kunnen rekenen op een meerderheid in de Tweede Kamer. Ik geef de andere kant, de anti-rokenlobby, niet veel kans. Ik kan met een gerust hart achterover leunen.”
Lies van Gennip van Stivoro vraagt zich af hoe ze het Nederlandse beleid nog kan uitleggen aan haar collega-tabaksontmoedigers in andere landen. „Nederland doet een geweldige stap terug. Vorige week was er een brand in Venlo waarbij asbest vrij kwam. Er is toen een weg naar een ziekenhuis afgesloten om verspreiding van asbest te voorkomen. Dat soort maatregelen vinden wij heel normaal. Maar we vinden het niet gek dat iedereen kan worden blootgesteld aan tabaksrook, die ook kankerverwekkend is. Als je op zaterdagmorgen met je kind een kop koffie wilt gaan drinken in een café, zit dat kind dus in de tabaksrook. Is dat dan wel normaal?”
bron